Nieuwsbrief - Seizoenstip

Drinkmok bakken van rivierklei

1

Telkens als een rivier overstroomt, blijven op de oever kleideeltjes achter, die uiteindelijk een flinke laag kunnen vormen (foto links). In Nederland kun je rivierklei bijvoorbeeld vinden langs de Rijn, Ijssel en Waal. Je kunt dit verzamelen om er vanalles van te maken zoals bekers, potjes en andere containers. Voor een drinkmokje: gebruik een flinke handvol klei waar je eventuele troep en opgedroogde klei uithaalt. Kneed dit en rol er met beide handen een bol van. Zet een bakje water naast je om je handen nat te houden, zodat de klei niet gaat scheuren. Maak vervolgens met je duimen een deukje in de klei, dat je dieper en dieper indrukt terwijl je de bol draait.

Ga zo door tot je een kommetje hebt gevormd met wanden die overal ongeveer even dik zijn. Je kunt er eventueel ook nog oortjes aan maken. Laat dit drogen totdat de klei door-en-door droog is. Een eenvoudige manier om de klei vervolgens te bakken is door je werkstuk in te graven in droge grond. (foto rechts).

2
1

Bedek je klei-werkstukje volledig: ook door in ieder geval een paar centimer zand op de bovenkant te scheppen en dit zachtjes aan te drukken. Je werkstukje wordt zo gelijkmatiger verhit en is beschermd tegen vallende houtblokken. Maak nu een redelijk groot en vooral heet vuur bovenop de plek (links). Gebruik voor een heet vuur bijvoorbeeld alleen kurkdroog hout, dat in kleine stukken gehakt is en waarvan je de meeste schors verwijderd hebt. Je wilt namelijk dat de temperatuur van de vuurbasis minstens zo'n 800°C wordt, zodat de klei na het bakken steviger is en niet meer kan oplossen in water. Zorg er wel voor dat het vuur geleidelijk warmer wordt, anders kan je werkstuk barsten. Rond 600°C zal je werkstuk al beginnen te gloeien (rechts). Dit wil echter nog niet zeggen dat er al smeltprocessen plaatsvinden in de klei om deze steviger te maken, en bovendien kost dit smelten tijd.

Laat je vuur daarom enkele uren hevig branden op je afgedekte werkstukje. Twee uur is het minimum om te voorkomen dat de klei makkelijk oplost en te zorgen dat de klei net wat sterker wordt, maar optimaal is een hele dag. Laat je vuur vervolgens langzaam afkoelen. Wacht nadat het vuur gedoofd is ook nog enkele uren voordat je je werkstuk uitgraaft: het werkstuk zelf zal nog wel heel heet zijn, en kan ook barsten als het te snel afkoelt.

2
1

Als de grond zo ver is afgekoeld dat je deze met je handen kunt wegscheppen, kun je als je wilt even voelen of je werkstuk nog heet is. Als je het kunt aanraken zonder je vingers te branden, zal het zeker niet meer uit zichzelf kunnen barsten. (En bovendien is de kans dat je het kapot laat vallen dan ook een stuk kleiner.) Het resultaat zal donkergrijs tot zwart zijn bij bakken in de grond (links).

Op de rechter foto zie je typische kleuren van de klei vóór het bakken (lichtgrijs), ná het bakken in de grond (donkergrijs tot zwart) en na het bakken midden in het vuur (roodbruin). In het laatste geval kun je aan het grijze lijntje ook zien dat de binnenkant van het kopje na een uur nog niet voldoende gebakken was.

2

Naar de 2e januari seizoenstip: Muts van konijnenvacht.

Naar het nieuws overzicht.